Verbod op gebruik gewasbeschermingsmiddelen door teler in Drenthe van tafel

21 juli 2023

 

Verbod op gebruik gewasbeschermingsmiddelen door teler in Drenthe van tafel

Na bestudering van de uitspraak vindt CropLife NL dat telers en samenleving moeten kunnen vertrouwen op het oordeel van overheidsinstanties en dat nieuwe wetenschappelijke inzichten worden meegenomen in de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen

Het eerder aan een teler in Drenthe opgelegde verbod op het gebruik van gewasbeschermings-middelen voor zijn lelieteelt is van tafel. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden had deze conclusie al op 10 juli 2023 bekend gemaakt, maar inmiddels is ook de onderliggende motivering gepubliceerd. Op initiatief van de lelieteler geldt voor de rest van 2023 nog wel een beperking op basis waarvan hij alleen een aantal specifieke gewasbeschermingsmiddelen mag gebruiken op de betreffende leliepercelen. De teler vindt deze middelen noodzakelijk voor een goede lelieoogst. CropLife NL verwelkomt dat het oorspronkelijke verbod van tafel is en dat het gerechtshof zich hierbij laat leiden door de conclusies van EFSA, Ctgb, RIVM en de Gezondheidsraad. Wel zou het hof meer nadrukkelijk vertrouwen moeten stellen in deze en andere overheidsinstanties als het gaat om het nemen van adequate maatregelen om een veilig en verantwoord gebruik te waarborgen. 

Het gerechtshof weegt in haar oordeel de conclusies van EFSA, Ctgb, RIVM en de Gezondheidsraad zwaar mee als het gaat om risico’s op neurodegeneratieve ziekten en gecombineerde effecten van gewasbeschermingsmiddelen. Deze instanties zien geen aanleiding om in te grijpen in de huidige toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en het gebruik te verbieden. Ook geeft het hof aan dat het voorzorgsbeginsel niet betekent dat elk risico op voorhand moet zijn uitgesloten. Het hof komt tot de conclusie dat de teler in deze zaak onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat binnen het huidige toelatingsbeleid goed genoeg wordt getest op neurodegeneratieve ziekten. Desondanks wordt in deze specifieke zaak geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een verbod. Dat de teler voor de rest van het jaar wordt beperkt tot het gebruik van bepaalde middelen voor zijn lelieteelt komt vooral door het aanbod dat de teler heeft gedaan in de richting van de omwonenden. In deze specifieke zaak wordt ook meegewogen dat de teler ook diverse maatregelen neemt die rekening houden met mogelijke risico’s voor omwonenden, zoals driftreducerende maatregelen, bufferstroken en spuitvrije zones.

CropLife NL en de aangesloten bedrijven vinden het belangrijk dat nieuwe wetenschappelijke inzichten worden betrokken bij de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen en de CropLife NL-bedrijven zetten zich hier actief voor in. Het wegen van wetenschappelijke inzichten over gebruik en risico’s van gewasbeschermingsmiddelen moet worden overgelaten aan de betrokken instanties met expertise op dit gebied. Momenteel is er al aandacht voor de beoordeling van een verhoogd risico op neurodegeneratieve ziekten als gevolg van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de ontwikkeling van testmethodieken. CropLife NL steunt deze ontwikkeling, die op EU-niveau vorm zal moeten krijgen. Tegelijkertijd hebben de autoriteiten voor de huidige toegelaten stoffen en middelen geen verhoogd risico geconstateerd. Er is dan ook geen enkele aanleiding voor rechters om in te grijpen en dit wordt ook aannemelijk gemaakt op basis van dit RIVM-rapport dat is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV. Op basis van nieuw verkregen inzichten worden beoordelingscriteria steeds verfijnder en de stoffen en middelen worden periodiek opnieuw beoordeeld. Wanneer daartoe aanleiding is, zijn er mogelijkheden om in te grijpen in bestaande toelatingen en de ervaring is dat dit ook gebeurt. Daarnaast is de inzet op een steeds duurzamer gebruik van gewasbeschermingsmiddelen van belang. Binnen het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 werkt CropLife NL hiertoe samen met de land- en tuinbouwsectoren, overheden en andere partners. Het voorgaande sluit ook aan bij de aanpak van het ministerie van LNV.

Op basis hiervan moeten telers en de samenleving erop kunnen vertrouwen dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen veilig is en blijft en dat een rechter – net als het gerechtshof in deze zaak - geen gebruiksverbod oplegt.