Reactie CropLife NL op publicatie van Natuur & Milieu

25 augustus 2023

 

Reactie CropLife NL op de publicatie van Natuur & Milieu van 25 augustus 2023

Stichting Natuur & Milieu (N&M) heeft op basis van bestaande metingen een analyse uitgevoerd van oppervlaktewater in de buurt van recreatiegebieden. Uit de gegevens die N&M gebruikt voor haar analyse blijkt dat er in de afgelopen jaren een daling heeft plaatsgevonden in de gemiddelde concentraties en dat de milieudruk is afgenomen. Deze ontwikkeling moet worden voortgezet en om het uiteindelijke aantal normoverschrijdingen te minimaliseren is samenwerking nodig. CropLife NL blijft zich hier actief voor inzetten. Werken aan schoon oppervlaktewater is één van de prioriteiten van CropLife NL en de aangesloten bedrijven. Er wordt al jaren intensief samengewerkt in de Toolbox Emissiebeperking met LTO Nederland, Cumela en Agrodis en de Unie van Waterschappen.


Gezamenlijk goed op weg naar schoon water

Er is de afgelopen jaren vooruitgang geboekt op het gebied van normoverschrijdingen en de concentraties van gewasbeschermingsmiddelen zijn afgenomen. Maar, zoals N&M in haar rapport ook aangeeft, zijn we er nog niet. Daarom wordt er door diverse partijen extra aandacht gevraagd voor schoon oppervlaktewater, zodat de doelen voor 2027 uit de Kaderrichtlijn Water binnen bereik komen. Daarom worden bijvoorbeeld watercoaches opgeleid, die telers helpen bij het minimaliseren van emissies naar het oppervlaktewater. Een ander voorbeeld is de voorlichtingscampagne van LTO Nederland: emissiereductiesprint en de aandacht die wordt gevraagd voor de erf- en perceelemissiescan die ook onderdeel uitmaken van diverse duurzaamheidsprogramma’s.
Verder wordt er gewerkt aan het implementeren van de motie Grinwis die oproept om de meetgegevens sneller beschikbaar te stellen aan de sector. Nu zit er soms 2 jaar tussen de analyse van een meetpunt en het openbaar maken van de cijfers. Hierdoor is het onmogelijk voor de ondernemers rondom dat meetpunt de overschrijding te verklaren aan de hand van een concrete activiteit of gebeurtenis. Als de cijfers kort na de analyse worden gedeeld kunnen er veel gerichter maatregelen om een emissie te voorkomen worden ingezet en is het effect vele malen groter.

De gewasbeschermingssector is al jaren volop in beweging, we bevinden ons in een transitie. Zo neemt het aandeel biologische en laag-risico middelen snel toe. Naar verwachting is in 2025 30% van de middelen die onder andere door de CropLife NL bedrijven op de markt worden gebracht groen. Daarnaast wordt tot 2030 door de gewasbeschermingsmiddelenfabrikanten in Europa tenminste 10 miljard euro geïnvesteerd in digitale- en precisietechnieken. Maar ook in ontwikkeling van waarschuwingssystemen, schadedrempels en de integratie van gewas-, bodem- en weergegevens die tezamen zorgen voor een veel gerichtere inzet van middelen. Zo worden middelen alleen toegepast wanneer en waar dat noodzakelijk is, en wordt onnodig gebruik en blootstelling naar mens, dier en milieu aanzienlijk verminderd.

N&M analyse in perspectief

N&M concludeert dat de kans op het aantreffen van bepaalde stoffen, zogenaamde Potentieel Hoger Risico-stoffen (PHR-stoffen) tussen 2014 en 2021 niet is afgenomen. Er komen veel verschillende stoffen voor in oppervlaktewater die van verschillende bronnen afkomstig zijn. Het aantreffen van deze stoffen wil niet zeggen dat er uit oogpunt van toxiciteit een gevaar is. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is normoverschrijdingen te voorkomen. Ook is er meer informatie beschikbaar in de Bestrijdingsmiddelenatlas dan de informatie die N&M in haar analyse gebruikt. Het is daarom goed om de gepresenteerde cijfers van N&M in perspectief te zien. Het rapport heeft vooral de kans op een overschrijding weergegeven, die niet zou zijn afgenomen. Niet wordt benoemd hoeveel overschrijdende metingen er percentueel zijn gevonden (0,3 – 0,7% van alle metingen) en dat de gevonden concentraties (bij een overschrijding) over de geanalyseerde jaren dalen.
Ook laat de Bestrijdingsmiddelenatlas, de bron voor deze analyse, zien dat de milieudruk uitgedrukt in SNO tussen 2014 en 2021 is gedaald van 519 naar 299. De SNO is de som van normoverschrijdingen, waarin de mate van overschrijdingen wordt gesommeerd over alle gemeten stoffen met een norm op één meetmoment op één meetpunt. Overigens schrijft N&M in haar rapport ook dat zowel de chronische als acute msPAF een daling laat zien en dat de overschrijdingen van de JG-MKN (jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm) significant zijn gedaald.
N&M maakt voor het berekenen van de milieudruk gebruik van de msPAF rekenmethode die het gecombineerde effect van stoffen op potentieel aanwezige soorten in het water aangeeft. De msPAF-waarden zijn berekend met alle gemeten stoffen per geselecteerde locatie. Maar het rapport maakt niet inzichtelijk welke stoffen zijn meegenomen en hoe de berekeningen eruitzien. Dit maakt een goede duiding van deze cijfers lastig.

Als we verder in de bestrijdingsmiddelenatlas alle metingen van gewasbeschermingsmiddelen analyseren, zien we dat tussen 2014 en 2021 het aantal overschrijdende metingen laag was en varieerde tussen minimaal 0,3% (2019) en maximaal 0,7% (2014). Het aantal meetpunten met een overschrijding (dus waar op enig moment in het jaar één overschrijding wordt gemeten) fluctueerde in deze periode tussen de 37% (2019) en 87% (2018). Hier worden dus per jaar aardige verschillen gevonden, die kunnen worden verklaard door het weer (bijvoorbeeld het aantal hoosbuien).

In tegenstelling tot wat er in het rapport van N&M staat, is de trend van het % overschrijdende stoffen tussen 2014 en 2021 gedaald van 2,36% naar 1,09%. Het doel om in 2023 nog maar 0,25% overschrijdende stoffen (90% reductie t.o.v. de referentieperiode 2011 – 2013) aan te treffen is daarmee nog niet gehaald. Het doel van 2018 – 50% reductie t.o.v. de referentieperiode – is wel gehaald.

In het rapport wordt ook gesproken over niet-toetsbare stoffen. Alle stoffen zijn in principe toetsbaar, maar deze groep stoffen vraagt om een nauwkeurigere analysemethode dan standaard wordt gebruikt door de waterschappen. Deze nauwkeurige analyses zijn kostbaarder en uit budgettaire overwegingen kiezen de waterschappen voor de goedkopere, minder nauwkeurige, standaard analysemethoden. Willen we goed inzicht hebben in de daadwerkelijke overschrijdingen van deze groep stoffen dan zullen nauwkeurigere analysemethodes moeten worden gebruikt. Als blijkt dat het aantal overschrijdingen van deze stoffen te hoog is kunnen aanvullende maatregelen genomen worden. We gaan er echter vanuit dat door de maatregelen die de sectoren de afgelopen jaren hebben genomen om het oppervlaktewater te beschermen ook het aantal (potentiële) overschrijdingen van deze groep stoffen is teruggebracht.

Klik hier voor de pdf.